Het begrip ambivalentie is een centraal begrip in de motiverende gespreksvoering. Ambivalentie geeft de interne twijfel aan van iemand die iets nieuws wil, bijvoorbeeld zijn gedrag veranderen. De interne twijfel is als een conflict dat iemand heeft met zichzelf tussen de huidige (oude) situatie en de nieuwe (gewenste) situatie. Gevolg is dat iemand die ambivalent is vaak geen keuze maakt en daardoor bij het oude blijft. Zodoende blijft het nieuwe gedrag uit.
Ambivalentie is een dubbelslachtig gevoel. Je wilt iets, maar tegelijkertijd ook niet lijkt het. Je bedenkt jezelf diverse redenen en motieven om het te doen maar toch…kom je niet in actie. Je hinkt op twee, of veel meer, gedachten.
Vanuit het perspectief van gedragsverandering is ambivalentie een volstrekt normaal verschijnsel. Vrijwel iedereen die iets wil veranderen is, in enige mate, ambivalent of is dit geweest. Het is een periode waar je doorheen gaat als je iets wilt veranderen.
Ambivalentie als intern conflict
Laten we eens een voorbeeld bekijken. Misschien herken je jezelf (of iemand anders erin). Albert is 42 jaar, getrouwd met Tineke. Hij wil wat vaker gaan bewegen, 2 keer per week wat sporten en wat vaker een stuk wandelen of met de fiets. Dat wil hij omdat hij last heeft van een stijve rug bij het opstaan ’s morgens vroeg, hij slecht in conditie is en omdat hij langzamerhand wat zwaarder wordt en zich daar zorgen over maakt. Dit zijn de nadelen van zijn huidige gedrag, daar wil hij graag vanaf. Hij wil ook wat meer gaan bewegen omdat hij dan met zijn vrienden op wintersport kan. Verder kan hij dan mogelijk een keer met zijn dochter meedoen aan een ‘mud-run’ en het is goed voor zijn hart en bloedvaten. Dit zijn de voordelen van zijn gewenste situatie. Al met al heeft hij genoeg redenen om aan de slag te gaan, vindt hij. Toch komt het er maar niet van. Hij doet zelfs niet eens een poging….
Vaak zit hij ’s avonds lekker voetbal te kijken en heeft dan geen puf meer om nog te gaan sporten. Het is ook best veel gedoe. En voetbal, dat wil hij voor geen goud missen! Hij zegt dan ook weleens tegen zichzelf dat het allemaal wel meevalt met dat (groeiende!) buikje van hem. En dat hij ook op een andere manier met zijn vrienden plezier kan hebben dan met hen op wintersport te gaan. En trainen voor een mud-run is ook niet zonder risico’s, misschien krijgt hij wel allerlei blessure’s!
Deze argumenten, de voordelen van zijn huidige situatie en de nadelen van zijn gewenste situatie, vormen met elkaar de motieven tégen de verandering van zijn gedrag. Gezamenlijk vormen zij zijn intrinsieke motivatie.
En zo blijft het in evenwicht. Jan twijfelt omdat hij de voordelen van de oude situatie niet wil verliezen en de nadelen van de nieuwe situatie niet accepteert. Tegelijkertijd wil hij wel af van de nadelen van de huidige situatie en verlangt hij naar de voordelen van de nieuwe situatie. En zo blijft hij regelmatig denken: misschien is het toch beter als ik wat meer ga sporten…… Enfin, Jan is ambivalent en het resultaat is dat hij vooralsnog niet verandert.